zaterdag 24 februari 2024
Salon blanc #58
met Manu Engelen en Marilou van Lierop
tijdens de Nacht van de Musea en Galerijen in Oostende
Manu Engelen maakt abstracte composities die gebaseerd zijn op specifieke objecten of fenomenen uit de fysieke werkelijkheid. Zijn schilderijen kunnen overkomen als pure abstractie, maar in feite zijn ze gebaseerd op de observatie van bepaalde objecten of fenomenen die hem zijn opgevallen. De kunstenaar begint met een gesynthetiseerd beeld in zijn hoofd, waar hij de tijd voor neemt om zijn gedachten rigoureus te overpeinzen, start dan met werken op papier als basis en tekent en schildert tenslotte op doek.
Schildertechnisch bereikt hij dit resultaat door uiteenlopende materialen, waaronder houtskool, olieverf, acrylverf & spray paint met elkaar te vermengen tot een zacht trillend beeld met vloeiende overgangen tussen de verschillende tinten. Een van zijn interessegebieden is het begrip energie en de verschillende verschijningsvormen ervan, van mechanische tot chemische energie. Hij evoceert dit moeilijk te visualiseren concept met dynamische verfstreken en door figuratie achterwege te laten. Deze interesse komt niet alleen tot uiting in de min of meer afwezige representatielaag, maar ook in de formele kwaliteiten van zijn schilderijen, die trillen van de kleuren en energieke verfstreken bevatten.
Zijn werken hebben een karakteristieke uitstraling, die een zacht gevoel van nostalgie combineert met een fris gevoel voor humor, teweeggebracht door het gebruik van contrasterende kleuren en rudimentaire, vertrouwd ogende vormen. Manu Engelen beweegt zich dan ook tussen terreinen van sciencefiction, sterrenkunde, psychologie en filosofie, en is evengoed geïnspireerd door bronnen uit de Russische avant-garde, het Amerikaans abstract expressionisme en het minimalisme. Hij lijkt kunsthistorisch verder te bouwen op aspecten uit de oeuvres van Barnett Newman, Mark Rothko en Jef Verheyen en legt verbanden met het werk van hedendaagse kunstenaars, zoals met Sterling Ruby’s spray paintings en Pieter Vermeersch’ dégradé-schilderijen
Zijn introspecties worden eveneens gevoed door de literatuur (Ursula K. Le Guin, The Compass Rose of 1984van George Orwell) en films zoals de saga’s Alien (sinds 1979) van regisseur Ridley Scott. Uiteindelijk krijgen zijn mentale fantasiereizen een fysieke outcome in schilderijen op doek, zoals de veelhoeken met atmosferische effecten die tot stand worden gebracht door mist, zoals een vertroebeld zicht, zachter licht en diffuse kleuren, of de Flash-reeks met witte ruimtes en felle lichtbundels. Vaak zijn oudere schilderijen verborgen onder de huidige beelden en blijven imperfecties bewust zichtbaar.
“To think intuitively is to think in duration. Intelligence starts ordinarily from the immobile and reconstructs movement as best as it can with immobility’s in juxtaposition. Intuition starts from movement, posits it, or rather perceives it as reality itself, and sees in immobility only an abstract moment, a snapshot taken by our mind, of a mobility.” (Henri Bergson)
Marilou van Lierop toont een ongrijpbare, licht surrealistische wereld. Ze schildert, maar werkt ook met fotografie en film. Ze verkent sociale en existentiële fenomenen, ze toont de chaos en de hulpeloze manieren van de mens om er greep op te krijgen. Ons oog schuift heen en weer over fictieve landschappen en massataferelen en vindt nergens rust. Marilou Van Lierop leidt onze blik niet, ze dwingt niet. Er is geen centrum, geen focus, alleen rustige chaos.
Vaak wordt er gespeeld met voorstellingen van artificiële werelden, een soort parallelle- en conflicterende werelden, die soms refereren naar video- en computergames en A.I. Deze fictieve landschappen kunnen gevuld zijn door man-made, vaak opblaasbare, objecten. Het lijkt wel alsof we ons liever in deze artificiële werelden begeven, als vervanging, als vlucht. Er wordt gespeeld met de spanning tussen de werkelijke wereld en het surrogaat. De frictie tussen die twee werelden vormt de spanningsboog.
Een kluwen van seks-poppen is een terugkerend thema in haar werk. Ze staan voor leegte en oppervlakkigheid, voor een maatschappij waarin menselijke relaties onder druk staan en surrogaten een steeds meer voorkomend alternatief bieden aan steeds grotere groepen geïsoleerde mensen.
Veel belang wordt er ook gehecht aan de drager waaraan vaak een nieuwe betekenislaag wordt toegevoegd. Zo zien we onder meer elementen uit de wereld van de indoorklimsport die verwijzen naar een artificiële reconstructie van bergwanden. Deze dragers worden beschilderd, vaak met samengestelde landschappen die interageren met andere natuurlijke, sociale en existentiële verschijnselen.
Er is een scala aan diffuse beelden met vluchtige, complexe topografieën die, los van de personages, hun eigen protagonisten worden. Alsof deze plaatsen telkens opnieuw verlaten worden en doen denken aan mogelijke menselijke activiteiten die daar kunnen plaatsvinden of er hebben plaatsgevonden.
De films van Marilou Van Lierop tonen onze onmacht om orde in de chaos te krijgen. Er heerst onderhuidse dreiging en openlijke gruwel.
Haar film “Total Recall of Mundane Conversations” (2014) stoelt op reële gebeurtenissen: een praalwagen verdwijnt volgens traditie in een rookgordijn. Spectaculair, maar de eigenlijke aantrekkingskracht van de film zit in de mensenmassa die pulseert en beweegt rond de wagen alsof niet nader omschreven natuurwetten gevolgd worden. De camera in de rol van de verbaasde buitenstaander.
In deze tentoonstelling getoonde film “Finis Terrae” (2021, loop) wordt een langzaam & statisch voortschrijdende olifant zijdelings in beeld gebracht. Op zijn rug torst hij de 67,3 meter hoge, brandende Grenfell Tower die op 14 juni 2017, in Borough Kensingtone & Shelsea in Londen in de vlammen opging.
“There is this chaos we live in. A non-chaos, perhaps. Or still a chaos but only because we decided to name it as such. For it is man’s privilege to consider an everything: to contemplate a totality in which the incomprehensible web of variable correlations makes sense. And so, every day, we re-stretch Ariadne’s thread and connect the singular elements, patrolling the structures that guide us, arming ourselves for the whole of existence that frightened Kierkegaard just as much”.