Wanneer je naar het werk van Virginie Bailly kijkt, ervaar je onmiddellijk de versplintering van het beeld en de energie, de dynamiek en de gelaagdheid die ondanks al die versplinterde vibratie, toch als een eenheid aanvoelt. De kunstenaar laat vanuit een moment van suspensie een soort tussenruimte zien, een tussenruimte waarin niets statisch is en waar alle elementen op de snijlijn van het affe en het onaffe bewegen. Je kan erdoor overweldigd worden. Je kan je erin verliezen. Je kan er ook structuur in zien, en voor sommigen kan het dan weer een gestructureerde chaos zijn. Voor de ene is het rust en voor de andere totaal niet.
Haar kunstenaarspraktijk vertaalt zich zoals een stromende rivier waarbij het water sedimenten achterlaat. Virginie Bailly gaat dan ook niet als observator te werk, ze kijkt niet op afstand naar de werkelijkheid, maar staat er middenin. Hierdoor heeft ze de mogelijkheid om allerlei invloeden van binnenuit te verbinden waardoor haar ervaringen belangrijke onderdelen vormen van het schilderproces. Haar schilderijen zijn als mentale landschappen, als ruimtelijke ervaringen en versplinterde beelden.
“Je kan de werkelijkheid op verschillende manieren bekijken. Die verschillende facetten of meerduidigheid probeer ik samen te brengen in een beeld, zodat je een soort van eenheid bekomt. Deze soort van eenheid van maximale versplintering wordt tezamen gehouden door de spanning tussen de elementen. Een moment van suspensie, noem ik dat. Een moment van suspensie houdt voor mij veel meer in dan het momentane vast te leggen, omdat het dan enkel over dat moment gaat. In mijn schilderijen gaat het niet over een moment maar over meerdere momenten, over verschillende beelden die in elkaar schuiven en een suspensie in zich houden.”
Kato Six maakt zowel tekeningen, sculpturen, textiel, als in situ installaties en werkt rond verschillende thema’s waarbij architectuur, design en huiselijkheid belangrijke referenties zijn. Haar werk combineert abstractie en figuratie, verstoring en herkenning. Herkenbare beelden vormen een echo van gebruiksvoorwerpen terwijl de eigenlijke functie niet meer van toepassing is. Als kijker herken je dan ook bepaalde zaken zonder ze exact te kunnen duiden. De materialen die Kato Six gebruikt zijn alledaags, zoals touw, MDF, wol of kunststof, waarbij ze noties als ambacht en kunst met elkaar verbindt. Denk aan het vlechten van riet, het polijsten van marmer of het bewerken van hout. Materialen zoals formica, fineer, beton, linoleum en namaakmarmer verwijzen naar onze wegwerpcultuur en de massa-industrie, waarin de levenscyclus van voorwerpen steeds korter wordt.
Als je naar een van de metershoge tapijten kijkt, zie je het patroon van een mattenklopper erop. De handgemaakte tuf techniek is een maakproces die ze zichzelf heeft aangeleerd gezien het ambacht immers een belangrijk element vormt. Tegelijk heb je de neiging om de werken aan te raken. Dat is eigenlijk niet de bedoeling, maar ergens is die aantrekkelijke tactiliteit wel deel van het werk. Het spel met het unieke karakter van een kunstwerk krijgt een vervolg in de keuze om de tapijten met de grond te verbinden of ze over een tafel te laten hangen.
“De tapijten van Carpet Beater Carpet zijn allemaal zelf getuft. Het is gebaseerd op het idee van ‘lijn’, dat een rode draad vormt doorheen mijn oeuvre. Een mattenklopper vormt ook een soort van lijn. Ze zijn gemaakt vanuit die interesse in lijn, vorm. Per tapijt doe ik er wel een aantal weken over. De eenzame handeling van het tuften is deel van mijn dagelijkse bezigheid geworden tijdens het maakproces. Er komt zeker een aspect van meditatie bij kijken.”